Natuurlijk kan ik een Pippi Langkouspop maken!
Een paar weken geleden kreeg ik van een klant de vraag of ik een Pippi Langkous pop kon maken. Zo een als ik er eerder ook al maakte. En natuurlijk kan ik dat!
Ik ging dan ook aan de slag met het maken van een nieuwe pop. Pippi maakte ik met behulp van het patroon van de lijs van 30 cm uit de cursus. Haar gezicht mocht gedetailleerd worden, met een neus, lippen en een kin. De techniek die ik daarvoor gebruikte kun je in de cursus vinden bij de uitleg van het stressmannetje.
Zo maak je sproeten
Met blauwe ogen en sproeten op haar wangen ging het popje er al een beetje op lijken. Die sproeten zijn trouwens stipjes met een gewoon kleurpotlood. Die maak je door het potlood op de wang te zetten op de plaats waar de sproet moet komen, de punt even op haar plaats te laten staan en dan met het potlood te draaien, zonder dat het potlood daarbij verschuift. Zo geeft het potlood haar kleur af aan de stof en blijft er een stip achter op de stof. Een sproetje dus.
Met deze truc blijven de vlechten omhoog staan
Ik was vergeten hoeveel werk het was om alle strengen wol voor het haar in de basisharen te knopen. Dat moeten er best veel zijn, want om de vlechten opzij te laten staan, moeten ze héél strak gevlochten worden. En als je strak vlecht, blijft er weinig staart over. Maar die staarten moeten natuurlijk niet te dun worden. Al met al was het inknopen van de haren dus wel een paar uur werk.
Deze Pippi Langkous gaat naar…
De vorige Pippi Langkous pop die ik maakte vertrok naar Zweden. Dat vond ik zó leuk, dat ik een Pippi pop maakte en dat ze dan ook echt “naar huis” ging, voor mijn gevoel dan. Maar deze pop mag lekker in Nederland blijven en daar zal hier mee gespeeld worden. Een Pippi is ook wel genoeg voor Zweden toch?
