Wanneer je op zoek bent naar een zonnekindpop kan al snel opvallen dat het overgrote deel van die poppen een lichte, blanke huid heeft. Waarom is dat toch? De bakermat van de zonnekindpop is de vrijschool. En omdat het onderwijs van de vrijescholen in onze regio haar wortels heeft in het (West-Europese) Christendom, wordt de vrijeschool veelal bezocht door kinderen waarvan ouders positief zijn over (ook) die benadering. Een min of meer direct gevolg is dat het grootste deel van de kinderen op veel vrijescholen een lichte huid heeft. Omdat de pop liefst op het kind lijkt, hebben de meeste poppen daarom ook een lichte huidskleur.
Toen ik begon met poppen maken wist ik het wel. Ik zou poppen maken die bij wijze van spreken alle kleuren van de regenboog hadden. Ik bestelde huidstof in diverse huidskleuren. Bleek, licht (dus beiden blank), licht getint met een gele ondertoon, licht getint met een rode ondertoon en donkerbruin. Want, zo dacht ik, dan kan ik voor iedereen die dat wil zo’n prachtige pop maken. Van de licht getinte huidskleuren heb ik welgeteld (in totaal) vier poppen gemaakt in alle jaren dat ik poppen maakte, nu zo’n 8 jaar. Van de donkerbruine heb ik uiteindelijk een legging gemaakt voor mijn dochter.
Van alle kleuren ligt er nog een klein beetje over om kleine lijsjes van te maken. En dat ga ik nog doen. En verder… zal ik me richten op de blanke poppen die ouders kennelijk zoeken. Ergens vind ik het wel jammer. Ik zag het voor me, zo’n kleurige zonnekindpoppenfamilie. Maar de realiteit blijkt anders en ik merk dat ik ruimte wil maken in mijn atelier om de poppen die ik wél maak meer aandacht te kunnen geven. Ik wil ze in het aankomende jaar graag wat specialer maken, nog mooier dan ze tot nu toe zijn. Ik merk dat ik het niet fijn vind om materiaal te hebben liggen dat ruimte inneemt, maar waar niets mee gebeurt. Dus het mag gaan, en ruimte maken voor ander moois.