Een hele tijd geleden alweer, toen ik een pop zat te maken, opende mijn dochtertje een kruisverhoor ;-)
Als ik aan het poppen maken ben, zit ze vaak naast me. Ze vindt het reuze interessant. Dat levert heel wisselende taferelen op.
Meestal is ze dan ook in de weer met stofjes en wat wol om een eigen popje te maken. Soms wil ze me helpen. De ene keer gaat ze er met de benen (nog los) vandoor en beleven die een heel avontuur. De andere keer is ze meer geïnteresseerd in hoe dingen werken.
Deze keer had ze een paar vragen waar ze nodig het antwoord op moest weten.
“Poppen plassen niet echt hè?”
“Nee, dat klopt.” antwoord ik. De zonnekindpoppen die ik maak zijn van een heel andere orde dan een plaspop. Dat er wel zoiets bestaat als een plaspop laat ik maar even in het midden.
Even later komt ze met nog een vraag.
“Poppen hebben héél kleine oren.”
“Ja,” antwoord ik, “dat klopt. De zitten verstopt onder hun haar.”
Ze knikt. “Kijk. Hier!” zegt ze terwijl ze een piepklein zonnekindpoppen oor aanwijst. Een denkbeeldig oor wel te verstaan. Precies zoals Steiner bedoelde spreekt hier haar fantasie en die vult in wat ze op die plek wil zien.